De coronacrisis heeft een zware impact op werknemers, zowel tijdelijk werklozen als werknemers die aan het werk blijven. Het ABVV eist een sociaal noodplan voor een veilige werkhervatting en meer zekerheid voor de toekomst.
Het ABVV dringt aan op verhoogde uitkeringen zodat het recht op corona-ouderschapsverlof ook financieel toegankelijk wordt voor iedereen.
ACV, ABVV en ACLVB hebben van meet af de regeling voor het bijklussen tot 6.340 euro aangeklaagd en startten een procedure bij het Grondwettelijk Hof. We stelden dat het over een nefaste maatregel voor werknemers en voor de sociale zekerheid ging en dat de regelgeving de principes van gelijkheid en non-discriminatie schond. We zijn tevreden dat het Grondwettelijk Hof deze redenering volgt.
De gids voor de geleidelijke afbouw van de afzonderingsmaatregelen is een referentiewerk dat moet beschouwd worden als een minimumstandaard. Sociale overlegorganen moeten betrokken worden en de inspecties moeten hun rol kunnen spelen.
Deze groep heeft het inderdaad zwaar en het is goed dat er nu een signaal komt, maar niet alleen bij hen staat de boog op springen.
De vakbonden eisen dat er evenwicht komt in het crisisbeleid, met respect voor de bijkomende vragen van werknemers naar bescherming tegen gezondheidsrisico’s en naar adequate sociale bescherming.
Om een uitkering tijdelijke werkloosheid te kunnen uitbetalen, moeten de uitbetalingsinstellingen een volledig dossier hebben: een aanvraag van de werknemer, maar ook een aangifte van de werkgever.
Het ABVV roept op tot ernstig overleg.
ACV, ABVV en ACLVB worden meer en meer aangesproken door werknemers die niet kunnen werken wegens ziekte en die door hun werkgever toch niet het gewaarborgd loon worden betaald.
De aanvraagprocedure voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht is vereenvoudigd en versneld, maar verloopt niet automatisch. De werkgever moet nog altijd aangifte doen. En de werknemer moet een uitbetalingsinstelling kiezen.